Historie

De historie van Zoetelief Bedrijfskleding is nauw verweven met de familiegeschiedenis van Henk Vermeulen jr., sinds 2008 eigenaar van het bedrijf. Kennis en kunde worden al drie generaties lang van vader op zoon overgebracht.

Van boekhouder tot compagnon

J. Zoetelief, fabrikant van bedrijfskleding en uniformen werd opgericht in 1891. In een statig pand op de Noordermarkt in Amsterdam, en nog 3 grachtenpanden op de Lindengracht werken zeker 200 naaisters. Ze maken overalls voor de scheepvaart, uniformen voor het leger, schortjes voor dienstmeisjes; er is volop werk.

“Mijn opa, die net als mijn vader en ik Henk Vermeulen heette, was in de jaren 30 van de vorige eeuw boekhouder bij een scheepvaartbedrijf,” vertelt de huidige eigenaar Henk Vermeulen jr. “Zo kwam hij in contact met J. Zoetelief, dat de uniformen en overalls leverde voor het personeel. Begin jaren dertig verliet hij dat scheepvaartbedrijf en werd hij boekhouder bij Zoetelief. Binnen het bedrijf wist hij op te klimmen tot compagnon.”

J. Zoetelief floreerde. De scheepvaart en het leger waren grote afnemers. Er werd nog een uniformhuis geopend, en er waren depots in Antwerpen en in Indonesië. Alle lagen in de samenleving konden er terecht voor hun herkenbare en specifieke uniform: van dienstmeisjes tot chirurgen, van kappers, kelners en schilders, tot slagers, bakkers en tandartsen.

Digitalisering

Er is sindsdien veel veranderd. In 1959 kreeg Vermeulen sr. de leiding. De specialisatie van Zoetelief Bedrijfskleding kwam meer en meer te liggen in de foodsector en bedrijfskleding werd een wezenlijk onderdeel van het imago van de versdetaillist.

Henk Vermeulen jr. kreeg het ondernemerschap en de kennis over bedrijfskleding met de paplepel ingegoten. Zijn vader vertelde thuis over het wel en wee in de versbranche en wat hij op zijn werk allemaal meemaakte. “Ik luisterde graag naar zijn verhalen,” blikt Henk terug. “Ik vond het echt interessant wat er in de markt gebeurde. Als jochie van 10 zette ik in de vakanties op het atelier knopen aan en maakte ik knoopsgaten. Later hielp ik op beurzen en vanaf mijn 19e regelde ik de automatisering in het bedrijf. In 1986 startte ik met het digitaliseren van de patronen. Het was de eerste stap naar een geautomatiseerd snijsysteem. Dat systeem is nog steeds hypermodern, en we blijven het vernieuwen en verbeteren. Mijn vrouw speelt daarin een belangrijke rol.” Toch is het nog altijd handwerk: professionele naaisters zetten op het atelier in Amsterdam de kleding vakkundig in elkaar. “Het zijn allemaal vakmensen met passie voor het product.”

‘We staan nooit stil’

Een bedrijf dat van vader op zoon overgaat, heeft iets speciaals, vindt Henk. “Mijn ouders werken nog steeds mee, hun kennis en ervaring is van onschatbare waarde. Het zoeken naar goede stoffen, up-to-date blijven over de trends in bedrijfskleding, een winkel van mooie kleding voorzien en zorgen dat het goed past, ook in combinatie met het interieur; dat vind ik het mooie aan mijn vak. Het is altijd in ontwikkeling. We staan nooit stil!”